De International Health Regulations (Internationale gezondheidsregels (IGR) zijn internationale regels die zijn opgesteld door de WHO met het doel de lidstaten “voor te bereiden” op de volgende pandemie. En tevens om de reactie op de volgende pandemie – als die in de toekomst wordt uitgeroepen door de directeur-generaal van de WHO, Tedros Gebreyesus – voor de hele wereld te controleren.
In 2022 zijn er amendementen (wijzigingsvoorstellen) gedaan op deze regels, die automatisch juridisch bindend worden indien er niet aangegeven wordt door de lidstaten dat zij het hiermee niet eens zijn.
Er is een periode van 18 maanden om dit aan te geven, maar onderdeel van die wijzigingsvoorstellen is dat deze periode wordt verkort naar 10 maanden.
Inmiddels hebben meerder landen waaronder Estland, Slowakije en Nederland aangegeven dat zij niet akkoord zijn met de wijzigingsvoorstellen. Dit zou een spaak in het wiel moeten zijn voor de plannen van de WHO om een medische dictatuur uit te rollen.
De Engelse nieuwswebsite ‘The Expose’ schreef een artikel over de brief die Wybren van Haga heeft gestuurd naar Tedros Gebreyesus om de WHO ervan te verwittigen dat Nederland niet akkoord gaat met de wijzigingsvoorstellen. En tevens dat de stemming om die wijzigingsvoorstellen überhaupt in te voeren niet op een legale wijze hebben plaatsgevonden. Dat is nogal wat. Gaat de WHO dit zomaar naast zich neer leggen?
WHO is ervan op de hoogte gesteld dat Nederland alleen gebonden kan zijn aan IGR-wijzigingen na goedkeuring door parlement, en dat is niet gebeurd
Dinsdag 28-11-23 schreef Tweede Kamerlid Wybren van Haga een brief aan de directeur-generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie (“WHO”), Dr. Tedros Adhanom Ghebreyesus, om hem te informeren dat de wijzigingen van 2022 in de Internationale Gezondheidsregeling (“IGR”) afhankelijk zijn van de formele goedkeuring door het Nederlandse parlement.
“Ik stel u, in mijn hoedanigheid als lid van het Parlement, op de hoogte van het voorbehoud dat de IGR-wijzigingen van 2022 de goedkeuring van de Nederlandse regering vereisen voordat de wijzigingen van 2022 in Nederland in werking kunnen treden,”schreef hij aan Tedros.
In mei 2022 stemde de Wereldgezondheidsvergadering (“WHA”) er stilzwijgend mee in om de periode waarin landen moeten kiezen om niet mee te doen aan toekomstige IGR-wijzigingen, te verkorten. Om de langere periode van 18 maanden te behouden die voorheen was toegestaan, moeten landen vóór 1 december 2023 een kort bericht naar de WHO sturen dat ze afzien van de wijzigingen waartoe de WHA in 2022 heeft besloten.
“Overeenkomstig de 2022 Amendments wordt de periode voor afwijzing van amendementen op de IGR 2005 teruggebracht van 18 maanden tot 10 maanden na goedkeuring en kennisgeving. De 2022 Amendementen verminderen de mogelijkheid voor leden van de WHO om amendementen op de IGR 2005 af te wijzen of er een voorbehoud bij te maken. Daarom maken we bezwaar tegen de 2022 Amendementen,” informeerde de heer Van Haga Tedros.
De heer Van Haga heeft Tedros verzocht om zijn brief openbaar te maken en te publiceren op de website van de WHO. Hij heeft een kopie van zijn brief gestuurd naar de minister van Buitenlandse Zaken van Nederland, mevrouw Bruins Slot, naar het secretariaat-generaal van de Europese Unie, naar de voorzitter van van de Eerste en Tweede Kamer en naar de voorzitter van het Europees Parlement.
In juni 2023 werd het parlementaire verzoek van Kamerlid Pepijn van Houwelingen om het Nederlandse kabinet te verhinderen het nieuwe WHO-“verdrag” goed te keuren, gesteund door dertig wetgevers.
De 30 parlementsleden stuurden een brief naar de voorzitter van de Tweede Kamer waarin ze stelden dat de goedkeuring van het parlement van de wijzigingen van 2022 in de IGR vereist was omdat deze wijzigingen een verdrag of een protocol bij een verdrag zijn en als zodanig de goedkeuring van het Nederlandse parlement vereisen.
In plaats van de IGR-wijzigingen van de WHO zonder meer goed te keuren, moet het Nederlandse kabinet nu een wetsvoorstel indienen bij de Tweede Kamer, waar de wetgevers het wetsvoorstel zullen bespreken voordat het in stemming wordt gebracht.
Op 25 oktober twitterde Pepijn van Houwelingen dat de regering de WHO had laten weten niet akkoord te gaan met de IGR-wijzigingen van 2022.
Goed nieuws! Deze zomer is op initiatief van FVD de eerste WHO verdragswijziging onthamerd. Vandaag heb ik van VWS vernomen dat Nederland naar aanleiding hiervan de WHO inmiddels (voor de deadline van 1 december dus) heeft laten weten (vooralsnog) hiermee NIET akkoord te gaan.
— Pepijn van Houwelingen (@PvanHouwelingen) October 25, 2023
De heer Van Haga noteerde de tweet van de heer Van Houwelingen in zijn brief aan Tedros:
“Tweede Kamerlid Pepijn van Houwelingen gaf op 25 oktober 2023 op Twitter aan dat er namens het Koninkrijk der Nederlanden een formele kennisgeving naar de WHO zou worden gestuurd dat de Amendementen (wijzigingsvoorstellen) van 2022 onderhevig zouden zijn aan de formele goedkeuring door het Nederlandse parlement. Deze mededeling vormt een formeel voorbehoud namens het Koninkrijk der Nederlanden dat het pas gebonden kan zijn aan de Amendementen 2022 nadat de Tweede Kamer de Amendementen 2022 heeft goedgekeurd [Zie brief van Kamerlid Pepijn van Houwelingen aan de Voorzitter van de Tweede Kamer d.d. 21 juni 2023 HIER].
Tot op heden hebben wij geen bewijs ontvangen van een dergelijke kennisgeving aan de WHO over het voorbehoud. Ik stel u, in mijn hoedanigheid van Kamerlid, op de hoogte van het voorbehoud dat de Amendementen 2022 de goedkeuring van het Nederlandse parlement behoeven voordat de Amendementen 2022 in Nederland in werking kunnen treden.”
Net als de groep leden van het Europees Parlement had gedaan, bracht de heer Van Haga ook onder de aandacht van Tedros dat de IGR amendementen in mei 2022 werden “aangenomen” “zonder dat er een normale stemprocedure was.”
“De voorzitter van de vergadering vroeg simpelweg of iemand bezwaar had tegen de 2022 amendementen,” zei de heer van Haga en gaf een link naar “DEZE video.
De brief van de heer van Haga ging verder:
“Krachtens artikel 60 lid (b) van de WHO-Grondwet worden besluiten van de Algemene Vergadering over andere kwesties dan die waarvoor een tweederde vereiste geldt “genomen met een meerderheid van de aanwezige leden die hun stem uitbrengen”.
Dit betekent dat moet worden vastgelegd welke leden aanwezig zijn en wat het resultaat van de stemprocedure is. Aan deze eis is niet voldaan.
Daarom moeten de amendementen 2022 als nietig worden beschouwd als er geen bewijs is van een stemming.
Krachtens artikel 55, lid 2, van de IGR 2005 moet de tekst van voorgestelde wijzigingen ten minste vier maanden voor de Algemene Vergadering van Gezondheid door de directeur-generaal aan alle staten die partij zijn worden meegedeeld. Ook aan deze eis is niet voldaan.
U kunt de volledige brief van de heer Van Haga aan de directeur-generaal van de WHO, Dr. Tedros Adhanom Ghebreyesus, hieronder lezen, zoals overgenomen uit het artikel ‘A member of the Dutch Parliament has challenged the WHO’s procedures when the May 2022 amendments were approved‘ gepubliceerd door Dr. Meryl Nass.